Ethica van Benedictus de Spinoza

17 van deel aandoeningen aangedaan aangetoond aant attributen van God axioma bedwongen beeld begeerte begrepen begrijpen bepaald bepaling beschouwen bestaan Bewijs daarentegen daarom daaruit derde soort derhalve deugd eenig attribuut eenig ding eindelijk elkander enkele dingen evenwel geest uitmaakt geliefde ding gelijk geschieden gevolg door stell gevolgtr Gevolgtrekking gezegd God's goddelijke natuur goed en kwaad grooter haat handelen hartstocht jegens hartstocht van vreugde helder en duidelijk hetzelfde Hieruit volgt hunne ieder iemand iets indien juiste gedachten lief liefhebben lust macht maken mensch menschelijk lichaam menschelijken geest namelijk noodzakelijk ofschoon omdat onderstelling oneindige wezen ongerijmd ontstaat onze natuur onzen geest opdat passies poging schijn van eeuwigheid slechts sluit soort van kennis substantie tegenstrijdig tegenwoordig tenzij teruggebracht trachten Uitlegging uitwendige lichamen uitwendige oorzaak valsche verbeelden vergezellende gedachte vermogen versta verstand volmaaktheid voorg voorwerp vrees vreugde of droefheid waarmede Want wijze van denken zelve zooals zoover zullen